(Texte en français ci-après)
FORGOTTEN BRAND ‘PEGASO’ @ Autoworld
10.11.18 ~ 09.12.18
Omschrijving
Pegaso’s zijn uitermate zeldzame sportwagens – er werden slechts 84 Pegaso’s Z-102 gebouwd – die tussen 1951 en 1956 van de band rolden in Spanje. Maar liefst veertien van deze wagens worden voor de gelegenheid samengebracht in Autoworld (een record als je weet dat er wereldwijd nog maar een zestigtal exemplaren bestaan). In het rijtje staan onder meer de ‘Thrill’ (Touring), enkele Touring Superleggera’s, een Serra en een zeldzame race-ENASA met een motor met twee compressoren.
Ze werden zorgvuldig uitgekozen door Mario Laguna van Autoworld om bezoekers te laten kennismaken met hun unieke geschiedenis. De Pegaso’s, die werden gecreëerd door ingenieur Wifredo Ricart en van een koetswerk werden voorzien door ENASA, Touring Superleggera, Saoutchik of Serra, vertellen een bijzonder avontuur in de geschiedenis van de droomwagens.Het merk, dat oorspronkelijk werd opgericht om vrachtwagens (El camion Español) te bouwen, is de enige naoorlogse sportwagenconstructeur uit Spanje.
Pegaso – de geschiedenis in een notendop
Na de oorlog, in 1945, verliet ingenieur-ontwerper Wifredo Ricart het Italiaanse Alfa Romeo – waar hij samen met ene Enzo Ferrari aan racewagens werkte – om terug te keren naar zijn geboorteland, Spanje. Hij aanvaardde het voorstel van de Spaanse regering om de nieuwe onderneming ENASA (Empresa Nacional de Autocamiones S.A.) te leiden, die de hierboven vermelde Spaanse vrachtwagen zou gaan bouwen. Hoewel hij gespecialiseerd was in dieselmotoren, kon Wifredo Ricart ook bogen op een jarenlange ervaring met racewagens. In het kader van ENESA begon hij de Spaanse tak van Hispano Suiza te herstructureren met overheidskapitaal en in 1946 stelde hij de eerste van een lange reeks vrachtwagens voor. Het model was afgeleid van de Hispano-Suiza 66G, die door de vorm van zijn cabine de bijnaam ‘mofletes’ (ofhangwangen in het Nederlands) kreeg.
Als logo koos hij het mythische paard Pegasus als symbool van kracht en snelheid. Het merk Pegaso was geboren.
Wifredo Ricart keerde al snel terug naar zijn passie voor competitiewagens en ontwikkelde in 1950 een sportwagen die een jaar later werd voorgesteld op het autosalon van Parijs. De Pegaso verbaasde vriend en vijand want hij leek op een tweezitscoupé maar had alle technische hoogstandjes van een racewagen aan boord. Zijn V8-motor met vier bovenliggende nokkenassen en een tandwieloverbrenging van het type Z-102B, was erg bijzonder voor die tijd. Hij werkte samen met een transaxle met handgeschakelde vijfversnellingsbak voor een optimale gewichtsverdeling. De wagens werden met de grootste zorg gebouwd maar de productie was nooit rendabel. Uiteindelijk vonden slechts honderd exemplaren een eigenaar. De koetswerken zijn echter allemaal uniek in hun soort en zijn stuk voor stuk kunstwerken op wielen. De meeste wagens kregen een berlinettecarrosserie of competitiegericht barchettakoetswerk van het Italiaanse Touring Superleggera, een cabrioletkoetswerk van het Spaanse Serra of een coupé- of cabrioletkoetswerk van het Franse Saoutchik. En dan zwijgen we nog over de volledig af fabriek geleverde ENASA’s.De racewagens vertegenwoordigden de absolute top van de technische expertise van de onderneming maar het waren de vrachtwagens, bestelwagens, bussen, autorails, lichte tanks en trams waarmee Pegaso geld in het laatje bracht. Zij waren in de context van de economische heropstanding van Spanje in de jaren vijftig en zestig dan ook een stuk noodzakelijker dan luxewagens. De onderneming Pegaso was een tijdje in handen van een Amerikaans consortium alvorens het werd overgenomen door IVECO, een filiaal van Fiat Industrial.
Goed om weten
Het was in België, meerbepaald in het West-Vlaamse Jabbeke, dat Pegaso op 25 september 1953 het snelheidsrecord vestigde: Celso Fernandez haalde er met een Pegaso Touring Spider – een competitiemodel met 2,8-litermotor – een snelheid van 243 km/u.
[BRON : Autoworld ]
__________________________________
IN THE SPOTLIGHT: FORGOTTEN BRAND ‘PEGASO’
10.11.18 ~ 09.12.18
Description
Les Pegaso sont des sportives extrêmement rares – seulement 84 Pegaso Z-102 ont été construites – fabriquées en Espagne de 1951à 1956. L’objectif de cette exposition est de rassembler quatorze d’entre-elles (un record si l’on considère qu’il n’en reste qu’une soixantaine dans le monde !) à Autoworld durant un mois. Parmi elles, la Touring « Thrill », quelques Touring Superleggera, pas moins de trois Serra, ainsi qu’une rare ENASA de course avec moteur à deux compresseurs…
Soigneusement sélectionnées par Mario Laguna et Autoworld pour présenter aux visiteurs leur étonnante histoire, les Pegaso créées par l’ingénieur Wifredo Ricart et carrossées par ENASA, Touring Superleggera, Saoutchik ou encore Serra, vont raconter son aventure particulière dans l’histoire des voitures de rêve.
Connue initialement pour ses poids lourds (« El camion Español »), la marque est aussi le seul constructeur de voitures de sport espagnol d’après-guerre.
Pegaso – l’histoire en quelques mots
Après la guerre, en 1945, l’ingénieur-designer Wifredo Ricart quitte Alfa Romeo (en Italie) où il travaillait sur des voitures de compétition avec, entre autres, un certain Enzo Ferrari, et revient dans son Espagne natale. Il accepte la proposition du Gouvernement espagnol de diriger la nouvelle société ENASA (Empresa Nacional de Autocamiones S.A.), qui allait fabriquer le fameux camion espagnol. Spécialisé dans les moteurs au diesel, Wifredo Ricart s’appuie aussi sur sa longue expérience dans le domaine des voitures de course. Il commence par restructurer la branche espagnole de Hispano Suiza avec des capitaux d’Etat dans le cadre de l’ENASA et sort, en 1946, le premier camion d’une longue série, un modèle basé sur le Hispano-Suiza 66G, qui en raison de la forme de sa cabine fut surnommé « mofletes » (joues-bajoues en français).
Il choisit comme sigle le cheval mythologique Pégase symbole de force et de rapidité. La marque Pegaso est née !
Très vite, Wifredo Ricart retourne à son amour pour la voiture de compétition et, en 1950, développe une voiture de sport présentée l’année suivante au Salon de Paris. La Pegaso attire tous les regards, car elle ressemble à un coupé deux places tout en bénéficiant des prouesses techniques d’une voiture de course. Son moteur V8 avec quatre arbres à cames en tête et une distribution par engrenages, type Z-102B, est très particulier. Il est associé à une transmission Transaxle avec boîte manuelle à 5 rapports pour une répartition optimale du poids. Les voitures sont construites avec le plus grand soin, mais la production n’a jamais été rentable. Finalement, moins de cent exemplaires trouvent acquéreurs. Les carrosseries, quant à elles, sont également uniques en leur genre et représentent autant d’œuvres d’art sur roues. La majorité à été carrossée en berlinettes ou en barquettes compétition par Touring Superleggera en Italie, en cabriolets par Serra en Espagne et en coupés et cabriolets par Saoutchik en France. Sans oublier les ENASA à 100% d’usine.
Les voitures de courses représentent le porte-drapeau du savoir-faire technique de la firme mais, plus prosaïquement, Pegaso prospèrera en produisant des camions, des camionnettes, des bus, des autorails, des automitrailleuses et des tramways qui étaient bien plus nécessaires que des voitures de luxe dans le contexte du relèvement économique de l’Espagne dans les années 1950 et 1960. La firme Pegaso sera un temps rachetée par un consortium américain avant d’être reprise par IVECO, une filiale de Fiat Industrial.
Bon à savoir
C’est en Belgique, à Jabbeke en Flandres Occidentale, que Pegaso remporta le record de vitesse le 25 septembre 1953 avec Celso Fernandez au volant d’une Pegaso Touring Spider de compétition – moteur 2,8l, à une vitesse de 243km/h.
[ Source : Autoworld ]